Nederland is een klein land en de overgrote meerderheid van het wild dat we eten komt uit het buitenland. Deels écht wild, deels ook wild dat gekweekt en uitgezet is voor de jacht. Voor de wildliefhebber kan dat een uitkomst zijn, omdat het betekent da je het hele jaar door eigenlijk alles kunt krijgen.
Wil je een stukje Hollands wild, uit eigen bossen, dan moet je wachten tot het jachtseizoen is geopend. De jacht is strikt gereguleerd in ons land. Wat je in elk geval zeker weet, is dat Nederlands wild écht wild is. Kweken en uitzetten voor de jacht mag in ons land niet. En puur fokken voor de vleesproductie gebeurt ook nauwelijks, op enkele hertenboerderijen na.
Wild gerechten bestaan uit zowel rood als wit vlees. In beide gevallen is kruiden voor het braden verplichte kost. Zouten mag pas na het braden worden gedaan. Let hier dus op voordat u gaat braden.
Hieronder de kerntemperaturen, waarbij de laagste waarde voor medium staat en de maximum temperatuur voor gaar. De gewenste kerntemperatuur is dus afhankelijk van de persoonlijke smaak. Deze is vooraf niet altijd te bepalen, maar door hiermee te 'spelen' ontdekt u uw persoonlijke smaak.
Hier de bandbreedtes van de kerntemperaturen:
De kerntemperatuur is te meten door de meter in de kern van het dikste stuk vlees te steken. Stel de gewenste temperatuur in. Als de kerntemperatuurmeter begint te piepen heeft het vlees de gewenste temperatuur. Smakelijk eten!